Staatssecretaris van Ark wil een verplichte tegenprestatie voor mensen in de bijstand. Die verplichte tegenprestatie moet in alle gemeenten worden doorgevoerd. De vrijblijvendheid moet eraf en in iedere gemeente moeten mensen in de bijstand een passend aanbod krijgen voor een studie, stage of werktraject.
Verschillen binnen gemeenten
De gemeenten gaan nu te verschillend om met de tegenprestatie. Ze zijn vrij om te bepalen of iemand met een bijstandsuitkering wel of niet een tegenprestatie moet leveren. Sommige gemeenten houden nauwelijks toezicht op die wederdienst, terwijl in andere gemeente bijstandgerechtigden actief benaderd worden en bijstandsgerechtigden allerlei activiteiten aanbieden. Staatssecretaris Van Ark vindt dat ongewenst en kondigde aan dat ze af wil van de vrijblijvendheid waarmee de gemeenten de zogenoemde Participatiewet uitvoeren.
Niet-vrijblijvend
Van Ark geeft met het plan voor een verplichte tegenprestatie gehoor aan een voorstel van de het D66-Kamerlid Rens Raemakers, dat werd gesteund door de andere coalitiepartijen. Raemakers wil dat in de wet komt te staan dat gemeenten verplicht zijn een “niet-vrijblijvend” aanbod te doen aan bijstandsontvangers. Op dit moment leveren volgens Van Ark veel te weinig mensen in de bijstand een tegenprestatie. Volgens het CBS moesten in maart vorig jaar zo’n 26.200 mensen met een bijstandsuitkering een tegenprestatie leveren. Er zaten toen ongeveer 440.000 mensen in de bijstand.
Verplichte tegenprestatie
Het plan voor de verplichte tegenprestatie heeft ook te maken met de evaluatie van de Participatiewet die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deze week publiceerde. De conclusie van het SCP was dat mensen in de bijstand nauwelijks meer kans op werk hebben gekregen. Dat komt door onder meer door de onjuiste aanname dat iedereen in de doelgroep in staat is om te werken. In de praktijk blijkt dat dat niet het geval is.
Tegenprestatie, wat houdt dat in?
Ontvang je een bijstandsuitkering van de gemeente ontvangt, dan mag de gemeente je vragen om daarvoor een tegenprestatie te leveren. Die tegenprestatie is dus eigenlijk een wederdienst aan de samenleving en bestaat uit onbetaald werk dat nuttig is voor de samenleving. Dat werk moet van beperkte duur en omvang zijn. Je kunt zelf een voorstel doen voor een tegenprestatie, maar ook kan de gemeente met een voorstel komen. Als je zelf iets mag uitkiezen, zoek dan een organisatie of vereniging die je aanspreekt. Denk bijvoorbeeld aan koffieschenken in een wijkhuis, leesouder zijn op school of het actief zijn als taalmaatje voor inburgeringsplichtigen.Tegenprestatie nieuwe stijl
In het plan van Van Ark om de verplichte tegenprestatie in te voeren, zijn gemeenten zijn vrij om te bepalen hoe dat aanbod er precies uitziet. Het moet een passend aanbod zijn en dient te zijn afgestemd op de mogelijkheden en de persoonlijke omstandigheden van de bijstandsontvanger. Het hoeft niet altijd vrijwilligerswerk te zijn. Een passend aanbod kan ook een opleiding zijn. Maar ook een hulpverleningstraject om uit de schulden te komen of om van een verslaving af te komen behoort tot de mogelijkheden.

Kritiek op de tegenprestatie
De vraag is of de tegenprestatie ook daadwerkelijk mensen gaat helpen die in de bijstand zitten? Komen mensen in de bijstand daadwerkelijk sneller aan het werk? Kunnen ze überhaupt wel een tegenprestatie leveren? Onder gemeenten zorgde het voorstel voor ergernis. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt de tegenprestatie onnodig en stelt bovendien dat het niet werkt. Gemeenten zetten zich al dagelijks in om de participatie van kwetsbare inwoners te vergroten. Ook stelt de VNG dat veel inwoners met een bijstandsuitkering al actief zijn met bijvoorbeeld mantelzorg. Ook is een deel om diverse redenen niet in staat om een tegenprestatie te leveren.
Het vastleggen van deze regel in de wet beperkt gemeenten juist in hun mogelijkheden om maatwerk te bieden en gaat uit van wantrouwen.
Verkeerd beeld van mensen in bijstand
De VNG vindt bovendien dat het idee voor een tegenprestatie voortkomt uit een verkeerd beeld van de bijstandsgerechtigden. Er wordt uitgegaan van een negatief mensbeeld, alsof de meeste mensen niet willen werken. Het helpt niet als je mensen onder druk zet en sancties oplegt en het verplichtende karakter leidt niet tot een hogere uitstroom.
Harde aanpak werkt niet
Rotterdam bewijst dat een harde aanpak met verplichtingen en sancties niet werkt. Richard Moti wethouder werk en inkomen, in Rotterdam ontwikkelde een andere, positieve aanpak waarbij gefocust wordt op talent en op vertrouwen. Die aanpak werkt en het resultaat was een afname van bijstandsontvangers van meer dan 10 procent. Moti is verbaasd over het plan van Van Ark voor een verplichte tegenprestatie. Het uitgangspunt in Rotterdam is dat iedereen een kans moet krijgen om naar vermogen mee te doen in de samenleving. Dat is een heel ander uitgangspunt dan een verplichtende maatregel.
Tegenstander verplichte tegenprestatie
Wethouder Rutger Groot Wassink, van Amsterdam is tegenstander van zo’n tegenprestatie. Hij vindt het symboolpolitiek. In de video hieronder legt hij uit waarom.
Verdringing en uitbuiting
De linkse oppositiepartijen zien ook niets in een verplichte tegenprestatie. Het kan zelfs zo zijn, dat als als gemeenten van bijstandsontvangers gaan eisen dat ze vrijwilligerswerk moeten verrichten, dit gaat leiden tot werken zonder loon en tot verdringing van betaalde werknemers. De FNV vreest zelfs voor uitbuiting.
Wederkerigheid
Ook Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, snapt niet waarom gemeenten bijstandsgerechtigden verplicht een tegenprestatie moeten gaan leveren. De Participatiewet gaat namelijk al uit van wederkerigheid, want in ruil voor de uitkering verwachten we van mensen dat zij hun uiterste best doen om weer aan het werk te gaan.
Extra budget nodig voor verplichte tegenprestatie
De staatssecretaris wil dat de gemeenten met alle uitkeringsontvangers in gesprek gaan. Sommige mensen zitten al jaren in de bijstand zitten en zijn vaak helemaal uit beeld. Deze mensen dienen een passend aanbod te krijgen. Om alle bijstandsontvangers dat passende aanbod te doen en maatwerk te leveren, moet het Rijk de juiste randvoorwaarden creëren is extra geld nodig. Van Ark wil geen extra budget ter beschikking stellen.
Bronnen: Binnenlands Bestuur, NOS, NRC, Trouw, VNG
Ik ontvang een bijstandsuitkering. Omdat ik een deeltijdbaan heb als huishoudelijke hulp heb ik recht op een onbelaste deeltijdpremie van 8% over mijn volledig gekorte looninkomsten. Deze premie wordt automatisch 2 x per jaar in de maanden februari en augustus aan mij uitbetaald. Klinkt goed, toch?
Toch heb ik gedurende 10 maanden per jaar, maandelijks minder te besteden als iemand die niet werkt.
Bij mij wordt de reservering vakantietoeslag maandelijks van te voren gekort. Deze wordt pas door mijn werkgever uitbetaald in de maand mei.
Als reiskostenvergoeding ontvang ik van mijn werkgever een laag tarief en een hoog tarief. Het hoge tarief wordt belast als extra inkomen en dus gekort op de bijstandsuitkering.
Conclusie is dat ik netto slechts 18 cent kmvergoeding ontvang terwijl in nederland 19 cent onbelast is toegestaan.
Het absurde is dat hoe meer ik werk hoe minder ik netto te besteden heb. Ik denk dat iedereen snapt dat dit geen stimulerende maatregel is om mensen weer aan het werk te krijgen.
2 Maanden per jaar een extraatje weegt niet op tegen het koopkrachtverlies over de andere 10 maanden van het jaar.