De kostendelersnorm is een van de begrippen uit de uitkeringbranche. Maar wat betekent dit nu precies en wat houdt het in de praktijk in? Het begrip werd in 2015 als onderdeel van de Participatiewet ingevoerd. Er werd hierbij van uitgegaan dat als meerdere volwassenen in een huis wonen zij de kosten voor het huishouden delen en er een lagere bijstandsuitkering wordt toegekend.
Wat is de kostendelersnorm?
Als je een woning deelt met meer volwassenen (ouder dan 21 jaar), krijg je een lagere uitkering. Dit heet de kostendelersnorm. Hoe meer volwassenen er in jouw woning wonen, hoe lager je uitkering. De gedachte achter die kostendelersnorm is dat je met meer volwassenen in je woning de kosten voor het huishouden, waaronder huur, gas en licht, televisie, enzovoorts, kunt delen. Als je minder kosten maakt, kun je dus toe met een lagere bijstandsuitkering. Samenwonen met volwassenen biedt een financieel voordeel en dat vertaalt zich in een verlaging van de bijstandsuitkering.
Meerpersoonshuishouden
De kostendelersnorm geldt voor volwassenen die samen een woning delen. Het maakt niet uit of je familie van elkaar bent et gaat dus om een meerpersoonshuishouden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een gezin zijn met twee ouders en hun volwassen inwonende kinderen. Of de aanhang van de volwassen zoon of dochter.
In de video hieronder wordt het begrip nog eens uitgelegd.
Gezamenlijke huishouding
Bij de kostendelersnorm tellen de inkomsten en het vermogen van jou en jouw partner mee voor jouw recht op een uitkering, omdat jij daarmee een gezamenlijke huishouding hebt. De inkomsten en het vermogen van andere huisgenoten tellen niet mee, maar de huisgenoten zelf tellen wel mee voor de hoogte van jouw uitkering.
Wie tellen er niet mee?
Niet alle personen die in jouw huis wonen, tellen mee voor de kostendelersnorm. De volgende personen tellen niet mee:
- huisgenoten jonger dan 21 jaar
- je partner waarmee je samenwoont of getrouwd bent en die ook een bijstandsuitkering ontvangt
- leerlingen en studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering
- Huisgenoten die een normale (commerciële) prijs betalen voor de kamer en/of de kost en inwoning. Hiermee worden in de praktijk kamerhuurders of bijvoorbeeld kostgangers bedoeld.
Kostendelersnorm per 1 januari 2020
De hoogte van de bedragen zoals berekend volgens de kostendelersnorm per 1 januari 2020, zijn:
Aantal volwassenen in één huishouden | Bijstand per persoon | Totale bijstandsnorm als alle personen bijstand ontvangen |
1 | 70% | 70% |
2 | 50% | 100% |
3 | 43,33% | 130% |
4 | 40% | 160% |
5 | 38% | 190% |
Bovenstaande tabel stopt bij een vijfpersoonshuishouden, maar de kostendelersnorm geldt ook voor huishoudens met nog meer volwassenen.

Kritiek op kostendelersnorm
Er klinkt steeds meer kritiek op de kostendelersnorm. Het toepassen van deze norm heeft namelijk onbedoelde negatieve effecten en zou armoede in de hand werken. het leidt tot grote financiële problemen.
De druk om kinderen uit huis te sturen als ze volwassen zijn, neemt toe. Het huishouden wordt namelijk gekort op de uitkering als de volwassen kinderen blijven inwonen. Soms leidt dit tot schrijnende situaties, waarbij jongeren zich laten uitschrijven uit hun ouderlijk woning, geen geld meer hebben om van te leven, op straat belanden en dakloos worden.
Heb je een bijstandsuitkering en zorg je voor je zieke vader en ben je bij hem gaan inwonen, zodat je nog betere mantelzorg kunt bieden, dan wordt je gekort op je uitkering. Je wordt daar nu financieel slechter van, terwijl het de samenleving juist geld bespaart.
Motie
In december vorig jaar werd een motie ingediend waarin werd gevraagd onderzoek te doen naar de effecten van de kostendelersnorm op de huisvesting. Staatssecretaris van Ark heeft aangegeven dat de resultaten van het onderzoek rond de zomer aan de Kamer worden gestuurd.
Meer uitkeringsjargon
Er is veel meer vaktaal in de wereld van de bijstand. Wat is bijvoorbeeld een vrijlatingsregeling, een taaleis, of een startkwalificatie? En wat houdt de armoedeval nu precies in? Lees het allemaal in de berichten die eerder over het uitkeringsjargon verschenen.
Bronnen: AD, Antwoord op, Joop, Parool, Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, Rijksoverheid