Een vrouw die leeft van een bijstandsuitkering, hoeft de belastingaanslag van ruim €40.000 niet te betalen. Ze kreeg de aanslag vanwege een erfenis die ze nooit ontving. De rechter oordeelde onlangs dat de aanslag erfbelasting voor haar een buitensporige last vormt.
Bijstandsuitkering
De vrouw leeft van een uitkering en heeft geen vermogen. Haar vader overleed in 2017. Ze is enig erfgenaam en de vader had in zijn testament de zoon van een eerder overleden partner benoemd tot executeur. Maar in plaats van de erfenis ter waarde van zo’n €500.000,- af te handelen, verduistert deze man het geld. Vermoed wordt dat hij het bedrag vergokte. De vrouw heeft nooit iets ontvangen.
Belastingdienst
De vrouw procedeert al jarenlang tegen de executeur-testamentair. Ze wil inzicht krijgen in grootte van de erfenis. Zelf heeft ze nooit iets uit die nalatenschap ontvangen. De executeur werd in 2020 failliet verklaard en wordt inmiddels strafrechtelijk vervolgd. De dochter is afhankelijk van een bijstandsuitkering en heeft geen enkel vermogen. De vrouw kon daarom de aanslag niet betalen. Dat was voor de Belastingdienst echter geen reden de aanslag in te trekken. Zij was namelijk nog steeds erfgenaam. Nadat ze bezwaar had ingediend, werd het bedrag van ruim €80.000,- naar €48.000,- verlaagd. De reactie van de Belastinginspecteur was:
Bij het opleggen van de aanslag erfbelasting kan ik geen rekening houden met de problemen ten aanzien van de uitbetaling van de erfenis door de executeur’, schreef de inspecteur.
Naar de rechter
De vrouw ging vervolgens in beroep bij de rechter, maar het resultaat was teleurstellend. Het enige wat de rechter deed was het verlagen van de aanslag naar €40.000,-.
Opnieuw naar de rechter
De vrouw voelde zich daarom genoodzaakt om opnieuw in beroep te gaan tegen deze uitspraak. Na 5 jaar na het overlijden van haar vader, stelde het Gerechtshof haar in het gelijk. De rechter vindt de belastingaanslag in strijd met het eerste protocol van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens. Daarin wordt het recht op eigendom geregeld. De vrouw heeft er alles aan gedaan om inzicht te krijgen in de erfenis. Ze voerde procedures tegen de executeur, vroeg zijn faillissement aan en deed aangifte. Omdat de vrouw helemaal geen geld heeft om de belastingaanslag te betalen, zou haar inkomen dalen tot onder de armoedegrens. De rechter vond dat zij zo ernstig getroffen wordt door de heffing van erfbelasting dat de aanslag voor haar een ‘individuele en buitensporige last’ vormt.

Buitensporige last
De rechter heeft niet de macht om de belastingaanslag ongedaan te maken. Dat is aan de Belastingdienst. Wel kan de rechter een uitspraak doen over de waarde van de erfenis. Die vond de rechter ‘nihil’. He dus geen erfbelasting te betalen.
Naar het oordeel van het Hof past in dit geval daarom geen ander rechtsherstel dan vermindering van de aanslag tot een naar een belastbare verkrijging van nihil.
Bronnen: Gelderlander, NDFR, Rechtspraak, Taxence