Een alleenstaande moeder met twee kinderen heeft geen recht op bijzondere bijstand voor inrichtingskosten van haar nieuwe woning. De rechter vindt dat de gemeente niet hoeft bij te dragen aan het vergoeden van deze kosten.
Geen recht op bijzondere bijstand
De rechtbank vindt dat de moeder geen recht heeft op bijzondere bijstand. De moeder ontvangt een bijstandsuitkering waarop de kostendelersnorm wordt toegepast. De moeder kreeg met urgentie een woning toegewezen en woont nu samen met haar twee kinderen van vier en acht jaar oud in die woning. Ze woont hier zonder vloerbedekking, gordijnen, bank of eettafel. De moeder vindt haar woning ongeschikt voor haar jonge kinderen.
Wat is bijzondere bijstand?
Bijzondere bijstand is een vergoeding voor bijzondere kosten. Het gaat dus om kosten die je normaal gesproken niet maakt en buiten je normale uitgavenpatroon vallen, maar door omstandigheden nu wel gemaakt moeten worden. Bovendien moeten de kosten noodzakelijk zijn. In sommige gevallen moet de noodzaak worden vastgesteld door een deskundige, zoals een arts. Daarnaast worden de kosten door geen andere instelling, zoals een verzekering, belastingdienst of zorgverzekering, vergoed. In sommige gemeenten wordt er zelfs bijzondere bijstand voor een begrafenis gegeven. In het algemeen geldt dat voor gewone dagelijkse dingen zoals eten, huur, kleding, dierenartskosten voor je huisdier, een paspoort, boete of alimentatie kun je dus geen bijzondere bijstand krijgen. Lees er meer over in het artikel Bijzondere bijstand: Wat is dat eigenlijk?
Uitspraak rechter
De moeder woonde voor haar verhuizing bij haar eigen moeder. Het feit dat zij met urgentie een woning kreeg toegekend, maakt niet dat de inrichtingskosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank vindt dat zij had kunnen weten dat zij het ouderlijk huis zou verlaten en is van mening dat zijn dan ook geld had moeten reserveren voor de inrichting van haar nieuwe woning en dat gemeente terecht haar geen recht op bijzondere bijstand geeft. De rechtbank vindt bovendien dat er geen sprake is van schending van het recht op respect voor familie- en gezinsleven. De rechtbank is van mening dat gemeente heeft een juiste afweging gemaakt tussen het publieke belang om bijzondere bijstand te weigeren en het belang van de moeder en haar kinderen.
Bronnen: Jure, Rechtennieuws, Rechtspraak
