Gemeenten krijgen minder geld voor bijstandsuitkeringen

Gemeenten krijgen minder geld voor bijstandsuitkeringen. Om precies te zijn krijgen ze dit jaar 382 miljoen euro minder dan in september vorig jaar. Dat komt omdat het aantal mensen dat beroep deed op de bijstand, minder was dan voorspeld.

Minder geld voor bijstandsuitkeringen

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft bepaald dat gemeenten in plaats van 6.845,2 miljoen euro, dit jaar 6.462,4 miljoen krijgen. De verlaging van het zogeheten BUIG-budget is doorgevoerd omdat het aantal bijstandsgerechtigden vorig jaar minder hard is gestegen dan aanvankelijk werd gedacht.


BUIG-budget

Het voorlopige BUIG-budget werd in september vorig jaar vastgesteld. Het ging toen om 6.845,2 miljoen euro. Hiervan werd 327 miljoen apart gehouden omdat de impact van de coronacrisis op het aantal bijstandsgerechtigden tussen gemeenten heel verschillend zou kunnen zijn. het zou best eens zo kunnen zijn, dat de standaard verdeling van het BUIG-budget niet zou passen.

Wat is het BUIG-budget

Met het BUIG budget wordt het macrobudget voor de bijstand bedoeld. De term BUIG was in 2009 een wet die verschillende geldstromen bundelde tot één geldstroom. De term BUIG heeft geen zelfstandige betekenis meer, maar wordt nog steeds gebruikt.
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het beleid rondom de uitkeringen en de loonkostensubsidie. Het Rijk stelt jaarlijks een macrobudget vast dat wordt verdeeld onder de gemeenten. Dat budget is ongeoormerkt. Als er een overschot is, mag een gemeente dat vrij besteden. Is er een tekort, dan moet de gemeente dat zelf opvangen. Gemeenten met grote tekorten kunnen een de vangnetuitkering. Bronnen: Divosa, Toetsingscommissie Vangnet Participatiewet.

Coronacrisis

Nu is gebleken dat de coronacrisis niet zorgde voor verschillen tussen gemeenten. Daarom is het budget volgens de reguliere verdeelsleutel onder de gemeenten verdeeld. De eerder gereserveerde 327 miljoen wordt alsnog aan het BUIG-budget toegevoegd en over alle gemeenten volgens de huidige verdeelsleutel verdeeld.

382 miljoen minder voor bijstandsuitkeringen

Als je alles bij elkaar optelt en aftrekt, betekent het dat er dit er saldo 382 miljoen euro minder beschikbaar is voor onder meer bijstandsuitkeringen. Althans volgens het voorlopig BUIG-budget. Op basis van de bijstandscijfers wordt in september het budget voor 2021 definitief vastgesteld. De verwachting van het CPB is dat de werkloosheid minder hard zal stijgen dan is voorspeld. Dit betekent dat ook er minder mensen in de bijstand terecht zullen komen. Daarom heeft SZW 304 miljoen euro van het BUIG-budget afgehaald. Ook voor dit jaar verwacht het CPB niet zo’n grote toename van het aantal mensen in de bijstand. Op basis hiervan heeft het SZW besloten om nog eens 61 miljoen euro van het macrobudget voor 2021 af te halen, waarmee het voorlopig budget 382 miljoen euro minder uitkomt.

Minder geld voor bijstandsuitkeringen

Overschot zelf houden

Omdat er minder mensen in de bijstand zaten , dan van te voren was voorspeld, houden gemeenten geld over uit het macrobudget voor 2020. Het ging om zo’n 5 procent. Gemeenten mogen overschotten zelf houden. Maar is er een tekort, dan moeten gemeenten die zelf opvangen. Is het tekort meer dan 7,5 procent dan kan een beroep worden gedaan op vangnetuitkering. Als het tekort tussen de 7,5 en 12,5 procent bedraagt, komt het tekort voor de helft voor rekening van de gemeente zelf. De andere helft wordt vanuit de vangnetuitkering betaald. Bij tekorten boven de 12,5 procent wordt het tekort volledig vergoed via de vangnetuitkering.

Bronnen: Binnenlands Bestuur, Divosa

Deel dit bericht:

Plaats een reactie