Dat je vanuit een bijstanduitkering een mooi initiatief KAN opzetten, waarmee je ook weer andere mensen helpt, bewijzen de initiatiefnemers van de Kledingbank de Buurvrouw in Delft.
Gestart vanuit de bijstand
Saskia Eijgelsheim en Karin Molenaar zijn de drijvende kracht achter de Kledingbank in Delft. De twee hadden een bijstandsuitkering, maar wilden niet op de bank gaan zitten. Ze begonnen met de kledingbank. Eerst vanuit huis en omdat ze uit hun jasje groeiden zochten ze naar een onderkomen elders. Dat is gelukt en inmiddels bestaat de Kledingbank 5 jaar.
Wat is de Kledingbank?
De Kledingbank de Buurvrouw werkt volgens hetzelfde principe als de voedselbank. De Kledingbank voorziet mensen met een minimaal inkomen van kleren en schoenen. Dit doen ze door kleding in te zamelen. Vrijwilligers wassen, verstellen en sorteren de kleding en deelt dit weer uit aan hen die het nodig hebben. Zij moeten dan wel kunnen aantonen die het minimuminkomen verdienen. De klanten worden ingeschreven en krijgen een persoonsgebonden kaart. Per maand mogen ze gratis vier kledingstukken uitkiezen en één keer per drie maanden een jas, schoenen en overige spullen.
Armoede
De Kledingbank is een enorm succes. Dat is heel dubbel. Het betekent namelijk dat er veel armoede is in Delft en omstreken. Er zijn heel veel mensen die geen geld hebben om kleding te kopen. Het kan gaan om bijstandsgerechtigden, mensen die in de schuldhulpverlening zitten, cliënten van Perspektief, daklozen maar ook voor vrouwen en kinderen die in een blijf-van-mijn-lijfhuis wonen.
Waar vind je de Kledingbank?
Heb je kleding over en wil je dit schenken of heb je juist en broek, tui of jas nodig. Breng dan een bezoek aan Kledingbank de Buurvrouw aan de Ternatestraat 113 in Delft. Je kunt er elke maandag, woensdag en vrijdag terecht van 10.00 tot 14.00 uur. Iedereen kan kleding komen inleveren en elke laatste zaterdag van de maand is er van 12.00 tot 16.00 uur betaald winkelen voor kleine prijsjes. Meer informatie vind je op de website van Kledingbank de Buurvrouw en je kunt hen ook volgen op Facebook.
Bronnen: AD, Delft op Zondag
