Het bericht Werkloosheid onder statushouders blijft hoog is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>Van de statushouders die sinds 2015 in Nederland zijn, heeft 17% werk te hebben gevonden. Vaak is dat onder hun opleidingsniveau en deels gaat het om kleine parttime banen. Dat is weliswaar meer dan een jaar geleden (13%), maar blijft nog steeds ruim achter bij de verwachtingen. Zeker gezien de op volle toeren draaiende economie en de grote vraag naar werk. Deze cijfers blijken uit de jaarlijkse monitor gemeentelijk beleid arbeidstoeleiding vluchtelingen 2019 van Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) en Divosa, de vereniging van directeuren van sociale diensten.
Sinds 2015 zijn zijn gemeenten vanuit de Participatiewet verantwoordelijk voor integratie en participatie van statushouders in de Nederlandse samenleving. Maar deze opdracht verloopt moeizaam en ondanks het groot aantal initiatieven zijn de resultaten teleurstellend en het grootste deel van de statushouders zit nog steeds zonder baan. Ook de SER concludeerde dat in mei van dit jaar dat het inburgeringsbeleid niet voldoet.
Hieronder twee filmpjes die uitleggen hoe inburgering in zijn werk gaat.
Vaak zetten gemeenten dedicated klantmanagers in om de werkloosheid onder statushouders aan te pakken. Die klantmanager bieden maatwerk en begeleiden statushouders intensief bij de zoektocht naar werk. Deze aanpak werkt met name bij kansrijkere statushouders. Een groot deel van de statushouders heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ze zijn laaggeletterd of kampen met ernstige gezondheidsproblemen. Die groep krijgt wel extra ondersteuning van gemeenten, maar dat leidt vooralsnog niet tot meer werk. Ook blijft de begeleiding van vrouwelijke statushouders blijft achter.
In de monitor van KIS en Divosa worden ook aanbevelingen om de werkloosheid onder statushouders aan te pakken. Allereerst is gebleken dat een snelle start helpt. Op dat punt kan veel worden verbeterd. Vaak zijn mensen als ze binnenkomen vaak lang inactief. Ze wachten op een woning wachten of richten zich volledig op de taal. Eigenlijk is het veel beter om dat gelijktijdig te doen. Een andere aanbeveling is om de mogelijkheden voor statushouders om onderwijs te volgen, te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan initiatieven om een startkwalificatie voor de Nederlandse arbeidsmarkt te halen. Ook zou er meer aandacht moeten worden geschonken aan het opdoen van werkervaring. Daarnaast wordt aanbevolen om regionaal samen te werken om zo de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren en armslag te vergroten.
In het huidige inburgeringsstelsel ingezet op de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwkomer. Dat is behoorlijk lastig als je de taal niet spreekt en geen idee hebt hoe het in Nederland werkt. Het huidige beleid leidt tot een aaneenschakeling van tegenstrijdige verwachtingen bij overheidsdiensten, werkgevers en bij de statushouders zelf. Het nieuwe inburgeringsstelsel dat in 2021 ingaat dient een aantal knelpunten die statushouders ondervinden op te heffen. In het nieuwe inburgeringsplan stellen gemeente en statushouders een PIP (Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie) op, waarbij de taal leren en participeren hand in hand gaan. Zo is er meer grip op inburgering en participatie.
Bronnen: Binnenlands Bestuur, FD, KIS, RTLZ
Het bericht Werkloosheid onder statushouders blijft hoog is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>Het bericht Falend inburgeringsbeleid: twee derde statushouders in de bijstand is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>Slechts een kwart van de asielzoekers met een verblijfsvergunning (statushouders) die in 2014 naar Nederland kwam, heeft werk gevonden, twee derde is afhankelijk van een bijstandsuitkering. Deze groep statushouders waarvan het merendeel uit Syriërs en Eritreeërs bestaat, heeft een grote afstand tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Ze spreken de taal niet, hun opleidingen en diploma’s worden hier niet altijd erkend en ze weten niet goed hoe ze zoektocht naar werk moeten aanpakken. Statushouders lopen het risico in armoede te eindigen, en dat geldt in het bijzonder voor vrouwen en laaggeletterden.
Er zijn veel goede initiatieven, maar die worden alleen lokaal toegepast en soms moeten die ook weer moeten stoppen door geldgebrek. De overheid voert geen centrale regie en daardoor is er ook te weinig kennisuitwisseling tussen de verschillende projecten.
Op dit moment is het economisch tij gunstig en is de werkloosheid laag. Toch lukt het statushouders niet om aan een baan te komen. Het taalprobleem is niet de enige belemmering. Ook het verleden van de statushouders speelt een rol. Er moet meer in hen worden geïnvesteerd en ze moeten de samenleving leren kennen. Dit betekent dat er meer maatwerk moet worden geleverd zoals een traject waarbij vluchtelingen werken en tegelijkertijd Nederlands leren. Daarnaast dient er meer samengewerkt worden door ervaringen van succesvolle projecten uit de ene gemeente te delen met andere gemeenten.
De SER vindt dat het huidige inburgeringsbeleid niet goed is geregeld en pleit voor meer maatwerk en een sluitende regionale infrastructuur. Dit zou moeten worden geregeld in het nieuwe inburgeringsstelsel dat 2021 van start gaat. De verantwoordelijkheid van de uitvoering hiervan komt bij de gemeenten te liggen. Volgens SER moet er structureel geld bij zodat de gemeenten deze taak goed kunnen uitvoeren. Helaas zijn de gesprekken tussen gemeenten (de VNG) en het Rijk onlangs vastgelopen. Het ministerie wil graag opnieuw om de tafel met de VNG.
Lees het hele rapport van de SER Integratie door werk: meer kansen op werk door nieuwkomers.
Het bericht Falend inburgeringsbeleid: twee derde statushouders in de bijstand is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>Het bericht Amsterdamse Aanpak Statushouders succesvol is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>In 2018 zijn vanuit de Amsterdamse Aanpak Statushouders 691 statushouders uitgestroomd uit de bijstand. Daarvan zijn 661 statushouders parttime aan het werk gegaan. De doelstelling die vooraf was gesteld, was om 400 statushouders uit de bijstand te krijgen. Daarnaast zijn er 140 statushouders gestart met een opleiding.
Bekijk hieronder een filmpje dat is gemaakt gemaakt bij de start van de Amsterdamse aanpak in 2016.
Sinds de start van deze nieuwe aanpak, in juli 2016, zijn maar liefst 4078 statushouders begeleid. Van hen zijn er 1259 uitgestroomd uit de bijstand naar een fulltime baan en 1413 naar parttime werk. Dat is een hoge score. Zeker als jet het landelijk bekijkt. Landelijk gezien heeft 2,5 jaar na het verkrijgen van de verblijfsvergunning 11% van de statushouders, werk. Hieronder vind je veel mensen met een niet westerse-achtergrond, uit Eritrea, Syrië Irak en Afghanistan.
De doelstelling van de Amsterdamse Aanpak Statushouders is dat 50% van de statushouders na drie jaar moet zijn uitgestroomd uit de bijstand. De resultaten van juli 2016 tot en met 2018 laten zien dat de Amsterdams aanpak, werkt en sinds de start zijn 1259 statushouders niet meer afhankelijk van een bijstandsuitkering.
De aanpak in Amsterdam houdt in dat statushouders intensief worden begeleid door een klantmanager. Dat kan al zijn als ze AZC van Amsterdam aankomen. Ze krijgen taaltraining, jobhunters zoeken naar geschikte banen en regelen een matching met werkgevers. Bij de aanpak begeleidt een klantmanager maximaal 50 statushouders en normaal gesproken heeft een klantmanager 300 klanten. Door de kleinere caseload kan een klantmanager een statushouder dus veel intensiever begeleiden.
De Amsterdam Aanpak werd in november 2018, vanwege de goede resultaten, beloond met de ESF-award. Dit is een prijs van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bekijk hieronder het promotiefilmpje dat is gemaakt voor deze award.
Bronnen: Amsterdam, Hart van Nederland, Parool, Sociaalweb, Uitvoering van Beleid SZW
Het bericht Amsterdamse Aanpak Statushouders succesvol is gepubliceerd op BijstandsBlues.
]]>